Tuinkalender: mei.
Tuinkalender Mei.
SNOEIEN: Net als vorige maand geldt, dat struiken die nu gebloeid hebben, vlak na de bloei gesnoeid mogen worden om ze vitaal en compact te houden. De soorten die gebloeid hebben op takken van vorig seizoen, knip je alleen wat om ze beter in model te krijgen: toverhazelaar (Hamamelis), krentenboompje (Amelanchier), voorjaarsbloeiende clematis (Clematis montana). De soorten die gebloeid hebben op oudere takken snoei je door een aantal van de oudste takken diep weg te knippen: Forsythia, Ribes, brem (Cytisus), en sering (Syringa). Kersen- en pruimenbomen kunnen het best gesnoeid worden tussen april en september, en bij voorkeur nadat je geoogst hebt. Uitgebloeide bloemen van de sering kun je afknippen; niet te diep, anders knip je de nieuwe knoppen af. Om de sering mooi compact te houden, kun je een aantal takken terugknippen. Vanaf mei mogen alle groenblijvende struiken gesnoeid worden, als dat nodig is voor de vorm. Klimop kan flink teruggesnoeid worden. De uitgebloeide bloemen van de rododendron kun je beter niet met een schaar knippen, maar met de hand uitdraaien, zodat je zeker weet dat je niet te ver knipt. Als je in bontbladige struiken ineens takken met groene blaadjes krijgt, moet je die ook wegknippen, dat zijn ongewenste uitlopers van de onderstam. Alle hagen kunnen vanaf half mei gesnoeid worden. Snoei liever niet in de volle zon, om bruine verbrande snoeiranden te voorkomen. Vooral buxus en beukenhaag zijn hier gevoelig voor. BEMESTEN: De standaard bemesting in maart/april is niet genoeg voor eenjarigen: deze moeten het hele zomerseizoen om de paar weken extra mest krijgen om goed te blijven bloeien. In potten kun je ook speciale korrels door de grond mengen die hun werkzame stof geleidelijk afgeven, zodat je er minder omkijken naar hebt. Ook is flesvoeding bij ons verkrijgbaar! BEPLANTING: Nieuwe vaste planten kunnen nu goed geplant worden. Vaste planten die in het midden van de pol kaal worden en planten die je wilt vermeerderen, kun je uitgraven, in twee of meer pollen delen (scheuren), en terugplanten. Het blijft vanaf nu nodig om onkruid zomin mogelijk kans te geven op te komen. Door consequent alle opkomende scheuten weg te halen, raakt het uitgeput en zal het uiteindelijk verdwijnen. Een kwestie van lange adem dus. Ook allerlei zaailingen komen nu op. Als het planten zijn die je graag wilt houden, moet je voorzichtig het onkruid verwijderen, zodat je ze niet per ongeluk wegschoffelt; als je ze liever kwijt bent haal je ze direct weg, voor ze zich kunnen uitzaaien. Tot half mei, IJsheiligen, kan nog nachtvorst optreden, dus pas tot dan nog extra goed op de kuipplanten, vorstgevoelige planten, en eenjarigen.
GRAS: Het gras moet minimaal één keer per week gemaaid worden. Door regelmatig te maaien krijgen allerlei onkruiden en mos minder kans zich te ontwikkelen. VIJVER Deze maand kun je nieuwe vijverplanten planten, en bestaande planten delen of verplaatsen. Zodra het warmer wordt, worden de vissen weer actief en mogen ze weer gevoerd worden. Zo nodig kun je de vijver schoonmaken, algen en kroos eruit halen, en het filter controleren op vervuiling. SLAKKEN: Houd die frisse jonge blaadjes goed in de gaten, want de slakken zijn er ook dol op, en die zullen al gauw weer in de tuin opduiken. Het zijn trouwens vooral de naaktslakken die de bladeren van bijvoorbeeld de Hosta’s opeten.